Honden losloopgebieden

Een hond houdt u in de hele gemeente aangelijnd. Behalve in de losloopgebieden.

kaart losloopgebieden en drollinettes (Verwijst naar een externe website)

De gemeente heeft buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's). Deze zijn bevoegd om u een bekeuring te geven als u uw hond niet aangelijnd hebt buiten de losloopgebieden.

Veiligheid

De eigenaar van een hond moet zorgen dat de hond geen gevaarlijke situaties of overlast veroorzaakt. Voor de omwonenden, de hond en voor medegebruikers van het loop- of fietspad en losloopgebied.

Houdt u uw hond aangelijnd totdat u het losloopgebied zelf betreedt. En lijn uw hond weer aan als u het losloopgebied verlaat.

Grasaren

Om de natuur ruimte te geven zijn er stukken hoog gras, ook in de buurt van hondenlosloopgebieden. Hoog gras kan grasaren bevatten, die nare ontstekingen kunnen veroorzaken bij honden en katten.

Wat zijn grasaren?

Grasaren zijn zaden van een wilde grassoort die groeit van mei tot en met augustus. Als dit gras bloeit komt er een pluim aan het uiteinde van de grasspriet. De pluim bestaat uit lange stekels met weerhaakjes die makkelijk in de vacht van een hond of kat blijven hangen.

In het beste geval blijft de aar op de vacht hangen, maar ze kunnen ook diep in de huid dringen. Beruchte plekken zijn in de oren, tussen de tenen, in de wang, in het oog en zelfs in de neus. Wanneer een grasaar de huid doorboort, kruipt deze steeds dieper in de huid. Door de structuur van het zaadje en de weerhaken kunnen ze maar één kant op bewegen. Dit kan pijn, infecties en zelfs operaties veroorzaken

Maaien bij uitlaatplekken voor honden

In hondenuitlaat- en losloopgebieden staat vaak hoog gras. Een deel van dit gras maaien wij kort. Hier proberen wij de groei van grasaren zoveel mogelijk te voorkomen. Dit is echter nooit helemaal uit te sluiten. Ook in het deel van het hoge gras dat wij niet maaien kunnen grasaren staan. Blijf dus alert als u uw hond uitlaat. 

Tips voor het beschermen van uw hond

  • Loop niet of zo min mogelijk met uw hond door hoge grasvelden.
  • Controleer na elke wandeling alle plekken waar grasaren zich kunnen hechten. Check vooral de vacht, de huid tussen de tenen, op de kop (ogen, neus en oren) en de huidplooien rond voor – en achterpoten.
  • Ga naar de dierenarts als u denkt dat er een grasaar in uw huisdier zit. 

Risicomaanden

Vanaf juni t/m augustus is het risico het grootst, vooral voor honden met middellange of lange haren. Daarnaast kunnen grasaren achterblijven in het gras, waardoor deze ook in de herfst en winter voor problemen kunnen zorgen.